Beleefschool
Klim Op
Het leven
verbondenheid en vertrouwen
de natuurwetten van het kind
leefwijze(r)s
Leermateriaal
Pedagogisch project
UITGANGSPUNT: HET LEVEN
​
Het is noodzakelijk een methodologie te creëren van vreugde voor de ontdekking en de verwondering voor het leven. Dit wil zeggen dat het kind moet ‘leren te leren’ gebaseerd op zijn diepe motivatie.
De motivatie die uit onszelf komt, draagt ons, brengt ons terug tot de essentie en vervult ons van enthousiasme.
​
Onze school creëert een plek waar het leren wordt overstegen door het leven.
Het leven is een bron van kennis. We beperken ons niet tot alleen kennis, maar leggen de focus op hoe kennis op een doorleefde manier samen met het kind onderzocht en verwerkt wordt. Kinderen leren vanuit hun natuurlijke nieuwsgierigheid en interesse voor het leven.We geloven erin dat in het kind van jongs af aan een innerlijke wil aanwezig is om zich te ontwikkelen, om op steeds meer gebieden zelfstandigheid te verwerven. Belangrijk is dat we het ritme van het kind respecteren.
We moeten een natuurlijke, uitdagende en dynamische omgeving voorzien waarbinnen het kind zijn cultuur kan beleven, aan dagdagelijkse activiteiten kan deelnemen, gevarieerde interacties kan aangaan met kinderen/volwassenen van verschillende leeftijden, buiten kan spelen, de natuur om zich heen kan observeren en bestuderen, zijn passies kan uitleven en elke dag voldoende kan bewegen. We hoeven hier helemaal niks voor te verzinnen. Het is voldoende om de ruimte waarin de jonge kinderen zich ontwikkelen, opnieuw open te stellen voor het echte leven. Wat onze kinderen nodig hebben, is geen nieuwe pedagogische methode, maar de wereld zoals hij is.
We leren door dicht te blijven bij het leven met als doel de totale ontwikkeling van elk individu. Dit omvat de ontwikkeling van alle aspecten van de mens: persoonlijk, intellectueel, fysiek, affectief, emotioneel en sociaal.
Het is onze taak om de eigenheid van elk kind met zijn specifieke capaciteiten tot ontplooiing te laten komen.
We gaan ervan uit dat elk kind iets kan toevoegen aan de wereld. Of dit nu schrijnwerker, kunstenaar, dokter of boekhouder is; elk kind krijgt de kans de potenties die het in zich heeft tot expressie te laten komen dankzij onze eigenzinnige kijk op het onderwijs.
VERBONDENHEID EN VERTROUWEN
We zijn ervan overtuigd dat kinderen nooit zo veel bij leren als in de eerste levensjaren. Hun spontane en natuurlijk drang tot leren wordt ondersteund door de interactieve en warme begeleiding van de leerkracht, die onvoorwaardelijk in het kind gelooft. Deze liefdevolle aanpak is de basis in de opvoeding.
De leerkracht is een gelijkwaardige begeleider op kindniveau en groepsniveau. Het spreekt dan ook voor zich dat we geen onderscheid maken tussen leerling en leerkracht. Iedereen wordt bij de naam genoemd.
Elk kind is uniek en verdient individuele aandacht. We willen elk kind individueel leren kennen zodat we recht doen aan wie ze zijn; zodat we hen kunnen waarnemen als volwaardig mens om te kunnen inzetten op een omgeving die tegemoet komt aan de mogelijkheden die ieder in zich heeft.
Leren is een proces dat zich altijd en overal voltrekt. Daarom creëren we een omgeving waarin verschillende leeftijdsgroepen samenzitten.
De verschillende leeftijden die samenkomen, vormen een natuurlijke (leer)omgeving die niet gebaseerd is op competitie, maar op de natuurlijke ontwikkeling en het leerproces van elk kind. Elk kind krijgt op deze manier de kans op zijn eigen ritme en eigen manier aan de slag te gaan met het ruime aanbod in de klas.
We richten drie groepen in: onderbouw (kleuters), middenbouw (eerste – derde leerjaar) en bovenbouw (vierde – zesde leerjaar).
Iedereen krijgt de ruimte zich verbonden te voelen met zijn omgeving. Verbondenheid met klasgenootjes, leraren en de school geeft een gevoel van vertrouwen in het vinden van de eigen plek in de klas, op school en in de maatschappij. Dit gevoel van deel uitmaken van het leven waarin ieders eigenheid en authenticiteit een plek krijgt, is van essentieel belang.
Kinderen worden gezien en voorbereid tot autonome wezens met een grote sociale verbondenheid.
​
DE NATUURWETTEN VAN HET KIND
Het kind moet volop kunnen leven en geconfronteerd worden met alle situaties die het leven te bieden heeft. Het kind die de wereld vrij kan beleven en verkennen, leert uitzonderlijk snel. Het kind kan niet niet leren. Leren is voor hem als ademen. Het geloof dat de wijsheid in ons zit en dat het leven een natuurlijk leerproces omvat, is de basis van het verder begeleiden van het leren en leven van elk kind.
Elk kind dient zijn eigen heilige ruimte krijgen om te ontwikkelen, te leren lezen en rekenen, te reflecteren over wie hij is, te leven in diep respect voor zichzelf, de ander en het leven.
​
Om kinderen voor te bereiden op authentieke wezens, inspireren we ons op de natuurwetten van het kind. Dit omvat de natuurlijke aanleg om informatie op te nemen en nieuwe dingen te leren.
Onze aanpak is gericht op de ontwikkeling van uitvoerende vaardigheden, erkend als de biologische basis van leren en persoonlijke ontwikkeling.
​
We vatten de basisvaardigheden samen in onze leefwijze(r)s:
​
- Kinderen leren zichzelf kennen, wie ze zijn en hoe ze zich voelen.
- Kinderen leren om initiatief te nemen en te volgen. Ze leren in feedback om te gaan met elkaar.
- Kinderen leren te reflecteren over zichzelf en hun gedrag te evalueren.
- Kinderen leren hun emoties te reguleren.
- Kinderen leren hun empatisch vermogen (verder) te ontwikkelen.
- Kinderen leren zich om met grote focus te richten op een activiteit.
- Kinderen leren hoe zich te plannen en organiseren.
- Kinderen leren hoe ze aan een taak moeten starten en telkens weer op zoek te gaan naar nieuwe oplossingen.
- Kinderen leren flexibiliteit in het leven.
Deze vaardigheden zitten vervat in de klaswerking in alle groepen. Ze komen aan bod in dagdagelijkse activiteiten, ondersteund door een stimulerende en georganiseerde omgeving.
​
​
​
LEERMATERIAAL
​
We geloven dat elk kind een natuurlijke drang tot zelfontwikkeling heeft. Opvoeding en onderwijs staan ten dienste alle (unieke) aspecten van elk wezen te ondersteunen en stimuleren om tot expressie te komen. We spelen in op de behoeftes van kind, door de juiste omgeving en materialen aan te bieden. Deze materialen zijn oorspronkelijk ontworpen door Maria Montessori.
​
Kinderen werken individueel of in kleine groepjes aan materiaal dat zij zelf aan het begin van de dag gekozen hebben. De leerkracht observeert de activiteiten van kinderen, om erachter te komen waar zij behoefte aan hebben, en reikt dan materiaal aan om in die behoefte te voorzien.
Kinderen worden vanuit zichzelf gemotiveerd om zich te ontwikkelen en om te leren. Dat uit zich in een spontane belangstelling voor het materiaal, de omgeving, het leven.
​
In de klas wordt gebruikgemaakt van specifieke leermaterialen die afgestemd zijn op de leeftijd van de kinderen in de verschillende bouwen (onderbouw, middenbouw, bovenbouw). In het begin gaat het vooral om ontwikkelingsmateriaal, later ook om didactisch materiaal. Er wordt onderscheid gemaakt tussen zintuiglijk materiaal (wordt vooral in de onderbouw gebruikt), taal- en rekenmateriaal (in moeilijkheid oplopend van onder- tot bovenbouw) en materiaal ten behoeve van wereldoriëntatie en expressie van zichzelf in vaardigheden en creativiteit.
​